Vondst Staphorster sieraden
Vondst Staphorster streeksieraden in 2012 door leden van de werkgroep SWARS (stichting werkgroep archeologie regio Staphorst)
door Fre Spijk
Een gewone veldverkenningsdag in maart 2012. Na een melding van een van onze werkgroepleden over scherven op een akker in het buitengebied van Staphorst, besluiten we een zaterdag te wijden aan een veldverkenning. Een dergelijke verkenning levert vaak een bewoningsspoor op uit een ver of nabij veleden. In dit geval duidelijk een verleden uit de 16e en 17e eeuw. We verdelen de groep van 6 personen in twee groepen, waarbij de ene groep zich concentreert op scherfmateriaal en de andere op mogelijke aanwezigheid van metaal in de bodem. De werkgroep SWARS werkt al jaren op deze wijze.
De schervengroep heeft het meeste succes. Al gauw is de emmer met scherven gevuld….en dan …komt er een telefoontje binnen van de groep, die een paar honderd meter verderop met twee detectoren bezig is…. Ik hoor een opgewonden oproep om me snel naar de detectorgroep te begeven.....woorden als “veel zilver” en denkt aan een grap en daar trap ik dus niet in.....en vervolg met de anderen mijn weg, speurend naar scherven……10 seconden later gaat weer de mobiele telefoon en lijkt de melding van een bijzondere vondst serieus.
Fred Boers, een van de detectorspecialisten van de werkgroep SWARS en bestuurslid van AWN afd 20, is op het moment dat ik arriveer net bezig z’n tiende zilveren knoop uit de modder naar boven te halen en daar blijft het niet bij. Tot totale verbijstering van de toeschouwers wordt het ene na het andere onderdeel van een set Staphorster mannensieraden uit de grond gehaald.
We zijn allen zo van de kaart dat we vergeten alles op video vast te leggen en dat terwijl we met de mobiele opname - apparatuur in de hand staan!! Als Fred alles nog eens goed heeft afgetast met de nieuwe werkgroepdetector, blijkt er niets meer in de grond aanwezig te zijn. Nu wordt duidelijk waarom Fred een dubbele toon opving uit z’n detector, want naast de sieraden ligt een hoop roest met een koperen slotje, compleet met de roestige sleutel: de restanten van een blikken doos waar het fraaie materiaal in heeft gezeten.
Wanneer we gaan inventariseren komen we op 31 zilveren knopen met een variatie qua vorm en gewicht: een zilveren snuifdoos, een zilveren “billenketting” (chatelaine) en een horloge in een foudraal. Wanneer Carla Boers het snuifdoosje licht schudt, horen we een “gerammel” en een “Staphorst kenner” weet dan genoeg. In de snuifdoos moeten de nog ontbrekende gouden keelknopen zitten, want dat zou de set compleet maken. We nemen onmiddellijk het besluit niets aan te raken of te openen, laten eerst alles bezinken en maken vervolgens na een paar dagen een actieplan. Ook besluiten we de vondst voorlopig niet in de publiciteit te brengen.
De stappen die we vervolgens ondernamen:
• overleg met onze adviserende archeologen: drs. Kasper van den Berghe en drs. Jos van Dalfsen (stadsarcheoloog van Zutphen);
• benaderen van de eigenaar van de grond m.b.t. het afgeven van een afstandsverklaring;
• het inschakelen van specialisten: zilverkenners Siem Willems en de Staphorster goud- en zilversmid Freddy Drost;
• het materiaal voorleggen aan een restaurateur: fa Restaura in het Limburgse Haelen;
• een besluit nemen over de restauratie;
• het achterhalen van de achtergrond van de vondst.
Al gauw blijkt, dat de voorwerpen een verzameling sieraden van een familie zijn: erfstukken die bewaard zijn gebleven. Aan de hand van de initialen in de “billenketting” komen we via een ex-voorzitter van de historische vereniging achter de mogelijke naam van de eigenaar en dan besluiten we het geheel in de openbaarheid te brengen.
Met een grote mate van zekerheid kunnen we vaststellen, dat het gaat om de buit van een roofmoord in 1941, waarbij een inwoner uit Rouveen om het leven werd gebracht. Dit onderzoek duurt nog voort en met hulp van enkele personen uit dit dorp proberen we klaarheid te brengen in het raadsel van de gestolen sieraden. Voor de familie van onschatbare waarde, maar voor de dief onverhandelbaar. Hij heeft vervolgens het bewijsmateriaal van de misdaad in de grond gestopt.
De werkelijke materiaalwaarde van de gevonden spullen is eigenlijk te verwaarlozen, de historische waarde is echter groot:
• namen van een aantal zilversmeden zijn achterhaald;
• in het horloge werden 3 “visitekaartjes” van horlogemakers uit Meppel aangetroffen;
• het geheel vormt mogelijk het sieradenbezit uit 1 familie uit eind 18e en de 19e eeuw.
We hebben kunnen constateren, dat wij als werkgroep nooit in staat waren geweest de gevonden spullen te determineren, te restaureren of te conserveren. Mede dankzij het besluit om geld uit te trekken voor de behandeling van het materiaal, kunnen we nu gaan werken aan het opzetten van een expositie en zijn de historische achtergronden aan het licht gekomen. We hopen een en ander te kunnen gaan uitwerken in een brochure.